E-mail

Cultuur&Campus: een bundeling van energie en enthousiasme

In gesprek met Saskia Pothuis

Saskia startte op 1 januari 2022 vanuit de gemeente als programmamanager Cultuur&Campus. Ze nam het over van Annemieke van der Kooij die als programmamanager startte vier jaar geleden. 

Kun je iets vertellen over jouw rol?

‘Cultuur&Campus is een unieke combinatie van cultuur- en wetenschappelijk onderwijs in Rotterdam-Zuid. De trein reed al op volle snelheid toen ik erop sprong’, vertelt Saskia. ‘Daarom ben ik blij dat ik terug kan vallen op een team van deskundige en betrokken collega’s. Vanuit de gemeente zijn onder andere maatschappelijke ontwikkeling (MO), stadsontwikkeling (SO) en ook het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) betrokken. Samen met de onderwijspartners werken we hard aan de vervolgstappen, omdat de ambities groeien en daarmee ook het enthousiasme.’

En recent zijn er nieuwe ontwikkelingen vanuit de onderwijspartners te melden toch?

‘Onlangs kwamen we weer dichter bij ons doel toen de betrokken onderwijsinstellingen een intentieverklaring tekenden om samen tot een onderwijsprogramma te komen. Niet voor niets waren er maar liefst drie wethouders bij aanwezig. Dat geeft het traject een ontzettende impuls. Bij Cultuur&Campus brengen we de culturele onderwijsprogramma’s van verschillende hoger onderwijsinstellingen bij elkaar. Het voornemen van Hogeschool Rotterdam/Willem de Kooning Academie, Codarts en de Erasmus universiteit Rotterdam om dit samen te doen, is ontzettend belangrijk voor de haalbaarheid van het traject. Want als je te maken hebt met verschillende partijen, moet je steeds een middenweg vinden. Nu richten we ons op één partij en dat maakt het proces makkelijker. Bij Cultuur&Campus komen meerdere onderwijspartijen samen die normaal gesproken hun eigen koers varen. Dat ze elkaar zelf opzoeken met deze intentie is echt uniek en toont hun enthousiasme voor dit project.’

‘Met de toevoeging van de Erasmus Universiteit Rotterdam koppelen we het ook aan een wetenschappelijk niveau. Dit betekent dat studenten op dezelfde campus straks terecht kunnen van een vooropleiding tot een doctoraat in de kunst. De onderwijsinstellingen bieden een uniek onderwijsprogramma aan, terwijl de gemeente zich richt op de kansen en ontwikkelingen die dit project biedt aan Zuid. Als we delen van het cultuuraanbod in Rotterdam verhuizen van Noord naar Zuid, ontstaan daar nieuwe vormen van creativiteit en werkgelegenheid. En het brengt een breder aanbod aan hoger onderwijs dichter bij de mensen in dit deel van de stad.’

Buurtbewoners moeten zich onderdeel voelen van deze plek en een aandeel
hebben in de ontwikkeling.

Kortom, Cultuur&Campus wordt een iconische plek op Zuid?

‘Als mensen iconisch zeggen in de bouwwereld, doelen ze meestal op een gebouw. Wat mij betreft gaat Cultuur&Campus niet per se over de ontwikkeling van een iconisch gebouw, maar over het realiseren van een iconische plek. Een plek die bol staat van creativiteit en de buurt een nieuwe wereld intrekt. Die een wisselwerking heeft met de omgeving en de wijk laat meegroeien. Daarom investeren we veel in een duurzame relatie met de buurt, zodat Cultuur&Campus ook van hen is. Buurtbewoners moeten zich onderdeel voelen van deze plek en een aandeel hebben in de ontwikkeling. De locatie die we op het oog hebben wordt nu gebruikt door van Leeuwen Recycling. Het terrein is nu afgesloten voor het publiek, waardoor je de rivier en kade niet eens ziet of kan bereiken. Zonde, want de locatie is prachtig en de ligging ideaal; vlak bij de uitgang van de fietstunnel die Noord en Zuid verbindt. Met de fiets ben je bijvoorbeeld binnen vijf minuten vanuit het Museumkwartier in Noord, met de Kunsthal en Museum Boijmans Van Beuningen, straks op de campus in Zuid.’

Het is nu de kunst om al het enthousiasme vast te houden. Ook als we te maken krijgen met vertragingen en andere tegenslagen die horen bij een project van deze omvang. Daarom werken we aan resultaten voor de korte- en lange termijn. Het lintje doorknippen van de nieuwe locatie doen we waarschijnlijk pas in 2029. Maar we hopen volgend jaar te beginnen op een tijdelijke locatie zodat we al snel iets zichtbaars hebben. Hopelijk iets waar kinderen straks met hun ouders langslopen en zeggen dat ze daar later naar school willen.’